Ikleerspaans.nl

Website: https://www.ikleerspaans.nl/

Website informatie

Titel: ik leer spaans

Website inhoud

Estudio espa?ol
Home
Woordenlijst
Grammatica??
Grammatica
Extra lesmateriaal
Lesstof
Teksten??
Teksten
Songteksten
More items
Not available
Werkwoorden
(a m?) me ? (aan) mij
(a ti) te ? (aan) jou
(no) mucho ? niet erg
(no)?nunca ? nog nooit
?a caminar! ? vooruit we gaan wandelen
?a jugar! ? laten we spelen!
?ciudado! ? pas op! voorzichtig!
?c?mo llueve! ? wat regent het!
?no me digas! ? dat meen je niet!
?que aproveche! ? eet smakelijk!
?qu? bien! ? wat goed
?qu? fr?o hace! ? wat is het koud
?qu? nublado est?! ? wat is het bewolkt
?qu? zapatos m?s elegantes ? wat een chique schoenen
?ya est?! ? klaar!
?a qu? hora?? ? hoe laat??
?a qui?n? ? (aan) wie?
?ad?nde? ? waarheen?
?c?mo escribe? (escribir) ? hoe schrijf je dat?
?c?mo est? usted? ? hoe maakt u het?
?c?mo estas? (estar) ? hoe gaat het met je?
?c?mo ir a?? ? hoe kom ik naar?
?c?mo se ? pronuncian? ? hoe worden ? uitgesproken?
?como se llaman las personas? ? hoe heten deze personen?
?como se pronuncia? ? hoe spreek je dat uit?
?con qu? frecuentcia? ? hoe vaak?
?con qui?n? ? met wie?
?conoce usted a estas personas? ? kent u deze personen
?cu?l es tu/su tel?fono ? wat is je/uw telefoonnummer?
?cu?l? ? welke? wat?
?cu?les profesionales? ? welke werkgerelateerd?
?cuando es tu cumplea?os ? wanneer ben je jarig?
?cu?ntas veces? ? hoe vaak?
?cuanto cuesta? ? hoeveel kost?
?cuanto es? ? hoeveel is het?
?cu?nto tiempo? ? hoelang?
?cuantos anos tiene? ? hoe oud is??
?cuantos/-as ? hoeveel?
?de d?nde es usted? ? waar komt u vandaan?
?de d?nde son? (ser) ? waar komen?vandaan?
?de d?nde vienen?? (venir) ? waar komen?vandaan?
?de qui?n? ? van wie?
?de verdad? ? echt waar? werkelijk?
?d?nde quedamos? ? waar spreken we af?
?d?nde? ? waar?
?en qu? le puedo ayudar? ? waarmee kan ik u van dienst zijn?
?en qu? orden? ? in welke volgorde?
?es usted de catalu?a? ? komt u uit cataloni??
?las quiere negras o verdes? ? wilt u zwarte of groene?
?le gusta el chocolate? (gustar) ? houdt u van chocolade?
?les gusta?? ? houdt u van...?
?lleva ajo? ? zit er knoflook in?
?lo/la tiene en una talla m?s? ? hebt u hem in een maat groter?
?no? ? nietwaar?
?para ir a?? ? hoe kom ik naar??
?para qu? estudias espa?ol? ? waarvoor leer je spaans?
?paso por tu casa? ? zal ik bij je langs komen?
?por qu? no salimos? ? zullen we uitgaan?
?por qu?? ? waarom?
?qu? hace usted? ? wat doet u? (voor werk)
?qu? haces? (hacer) ? wat doe je? (voor werk)
?que hora es? ? hoe laat is het?
?qu? motivos son personales? ? welke redenen zijn prive?
?que n?mero calza? ? welke schoenmaat hebt u?
?qu? piensa? ? wat denkt u?
?qu? profesi?n tienen??(tener) ? welk beroep hebben??
?qu? significa?? ? wat betekent??
?qu? tal el viaje? ? hoe was de reis
?que tal un viaje?? ? wat dacht je van een reis?
?que tal? ? hoe gaat het?
?qu? tal? ? hoe smaakt het? (hier)
?qu? te/le pasa? ? wat is er met je aan de hand?
?qu? tiempo hace? ? wat is het voor weer
?que tipo de m?sica? ? wat voor soort muziek?
?qui?n es? (ser) ? wie is het?
?quines son..? ? wie zijn??
?se acuerda de?? ? herinnert u zich??
?se come caliente? ? wordt het warm gegeten?
?te gusta?? (gustar) ? vind je?leuk?
?te parece? (paracer) ? vind je?
?t? crees? (creer) ? vind je?
denk je?
?vienes conmigo? ? ga je met me mee?
?y que m?s? ? anders nog iets?
?y t?? ? en met jou?
?en punto ? precies
klokslag
?y cuarto ? kwart over
1000 km (kil?metros) ? 1000 kilometer
1000m2 (metros cuadrados) ? 1000m2 (vierkante meter)
1500 a c. (antes de cristo) ? 1500 voor christus
28 y 29 de marzo ? 28 en 29 maart
70% (por ciencto) ? zeventig procent
A ? naar
A 10 minutos del centro ? 10 minuten van het centrum
A casa de una amiga ? bij een vriendin op bezoek
A cuadros ? geruit
A diferencia de ? in tegenstelling tot
A ?l ? aan hem
A ella ? aan haar
A la derecha ? rechts (van)
A la gallega ? op galactische wijze (met aardappels)
A la izquierda ? links (van)
A la plancha ? gegrild
A la romana ? gepaneerd
A la vez ? tegelijkertijd
A las 6.30 ? gaat open om 6
30
A las ocho de la tarde ? om acht uur 's avonds
A linda le gustan mucho? ? linda vindt?leuk
A los 30 a?os ? op dertigjarige leeftijd
A los ocho a?os ? op achtjarige leeftijd
A m?s de 1200m ? boven de 1200 meter
A m? si ? mij wel
ik wel
A partir de ? vanaf
A pie ? te voet
A pocos metros de la costa ? op enkele meters van de kust
A su derecha ? rechts van u
A todas horas ? de hele dag
op elk uur van de dag
A veces ? soms
A ver ? even kijken
Abajo ? (hier)onder
Abierto/-a ? open
Abrazar(se) ? (elkaar) omhelzen
Abre los lunes ? is 's maandags open
Abril ? april
Abrir ? openen
Abrir las 24 horas ? 24 uur per dag geopend zijn
Abuela ? grootmoeder
Abuelo ? grootvader
Abuelos ? grootouders
Aburrirse ? zich vervelen
Acabar de + inf ? zojuist?.hebben
Aceite significa ? aceite betekent?
Acordarse ? zich herinneren
Acostarse (ue) el ?ltimo ? als laatste naar bed gaan
Acostumbrarse (a) ? wennen (aan)
Activar ? activeren
Activo/-a ? actief
Actual ? huidig
tegenwoordig
Actualmente ? tegenwoordig
momenteel
Actuar ? acteren
toneelspelen
Adaptado/-a ? aangepast
bewerkt
Adaptarse (a) ? zich aanpassen aan
Adecuado/-a ? juist
passend
Adem?s ? bovendien
Adivinar ? raden
Afganist?n ? afghanistan
Agosto ? augustus
Ahi ? daar
Ahora ? nu
Ahora mismo ? nu meteen
onmiddellijk
Ahorrar ? besparen
sparen
Al aire libre ? in de open lucht
Al ajillo ? gebakken met knoflook
Al avenida ? laan
Al banco ? bank
Al final ? tot slot
ten slotte
Al horno ? uit de oven
Al lado de ? naast
Al mediodia ? twaalf uur 's middags
Al principio ? aan het begin
Al rev?s ? omgekeerd
Al sur de ? ten zuiden van
Alegre ? vrolijk
Alem?n/-ana ? duits
Alemania ? duitsland
Algo m?s ? anders nog iets?
Algo m?s fuerte ? iets sterkers
Alguin ? iemand
Alg?n dia ? op een dag
ooit
Alguna vez ? een enkele keer
Alguno/-a ? enig
een
Algunos/-as ? enkele
een paar
Alimentarse ? zich voelen
Alli ? daar
Almorzar ? lunchen
's middags eten
Alojarse ? verblijven
Alquilar ? (ver)huren
Alquilar ? verhuren
huren
Alrededor de ? rond
Alto/-a ? groot
hoog
Alto/-a ? hoog
Amable ? vriendelijk
aardig
Amargo ? bitter
Amarillo/-a ? geel
Am?rica ? amerika
Am?rica latina ? latijns amerika
Americano/-a ? amerikaans
uit amerika
Amueblada/-a ? gemeubileerd
Ancho/-a ? breed
Andalucia ? andalusi?
Anote (anotar) ? schrijf op
noteer
Anterior ? voorafgaand
vorig
Antes ? vroeger
Antes ? van te voren
Antes ? eerder
vroeger
hier: als eerste
Antes de caminar ? voor het wandelen
Antes de las siete ? voor zeven uur
Antiguo/-a ? oud
Antipatico/-a ? onaardig
onvriendelijk
Aparecer (zc) ? voorkomen
verschijnen
Aprender ? leren
Aprender mejor ? beter leren
Aprendo (aprender) ? ik leer
Aprobar ? slagen voor
halen
Aprovechar ? gebruik maken van
profiteren van
Apunte (apuntar) ? noteer
schrijf op
Aqui tiene ? alsjeblieft (aangeven)
?rabe ? arabisch
Argentino/-a ? argentijns
Aromatizar ? aromatiseren
Arqueol?gico/-a ? archeologisch
Arriba ? boven
Arrogante ? arrogant
Asi ? zo
Asia ? azi?
Asistir (a) ? bijwonen
meedoen aan
Asociar ? een verband leggen tussen
Atractivo/-a ? aantrekkelijk
Atr?s ? terug
Austr?aco/-a ? oostenrijks
Austrilia ? australi?
Autoritaro/-a ? autoritair
Autorizado/-a ? bevoegd
Avanzar ? vooruitgaan
hier: opschuiven
Ay
ay
ay ? au
au
au
Ayer ? gisteren
Ayudar ? helpen
Azteca ? azteeks
Azul ? blauw
Bailar ? dansen
Bajar ? uitstappen
Bajito/-a ? klein (van postuur)
Bajo cero ? onder nul
Ba?arse ? baden
zwemmen
Barato ? goedkoop
Barrio ? de wijk
Barroco/-a ? barok
uit de barak
Bastante ? nogal
tamelijk
Bastar ? voldoende zijn
Be corta ? v - korte b
Be larga ? b - lange b
Bel?n ? bethlehem
Belga ? belgisch
Bello/-a ? mooi
Bien
gracias ? goed
dankje
Bisabuela ? overgrootmoeder
Bisabuelo ? overgrootvader
Bisabuelos ? overgrootouders
Bisnieta ? achterkleindochter
Bisnieto ? achterkleinkind
Bisnietos ? achterkleinkinderen
Blanco/-a ? wit
Boca abajo ? omgedraaid
onderste boven
Boliviano/-a ? boliviaans
Bonito/-a ? mooi
Borrar ? uitgummen
wissen
Brasil ? brazili?
Brasole?o/-a ? braziliaans
Brit?nico/-a ? brits
Bucear ? duiken
Buen viaje ? goede reis
Bueno ? mooi
oke
B?lgaro/-a ? bulgaars
Buscar ? zoeken
Buscar ? zoeken
hier:ophalen
Busque (buscar) ? zoek
Busquen (buscar) ? zoek
Cada ? elk
ieder
Cada uno/-a ? iedereen
Calzar ? dragen (schoenen)
Calzar el n?mero 43 ? schoenmaat 43 hebben
Cambiar ? overstappen
Cambiar ? ruilen
Cambiar de trabajo ? van werk veranderen
Caminando ? wandelend
rondtrekkend
Caminar ? wandelen
lopen
Canad? ? canada
Canadiense ? canadees
Cancelar ? annuleren (uitvallen)
Cansarse ? moe worden
Cantar ? zingen
Caracterizar ? typeren
schetsen
Caro/-a ? duur
Casarse ? trouwen
Casi ? bijna
Casi nunca ? bijna nooit
Catal?n/-ana ? catalaans
Cat?lico/-a ? katholiek
Celebrar ? vieren
Cenar ? eten
dineren
Centroam?rica ? midden-amerika
Cerca de ? in de buurt van
dicht bij
Cerrar ? sluiten
Chao (la) ? dag
tot ziens
Charlar ? kletsen
Chatear ? chatten
Checo/-a ? tsjechisch
Chileno/-a ? chileens
Chino/-a ? chinees
Cien(to) ? honderd
Cientifico/-a ? wetenschappelijk
Ciudad de guatemala ? guatemala stad
Ciudad de m?xico ? mexico-stad
Claro ? natuurlijk
Clasificar ? classificeren als
indelen bij
Cocinar ? koken
Coincidir ? overeenkomen
Coleccionar ? verzamelen
Colombiano/-a ? colobiaans
Colombiano/-a ? columbiaans
Combinar (con) ? combineren
Comentar ? toelichten
Comenzar (ie) ? beginnen
Comer ? eten
Cometer errores ? fouten begaan
Como ? zoals
Como ? (zo)als
Como ? aangezien
omdat
C?modamente ? comfortabel
C?modo/-a ? comfortabel
Compare (comparar) ? vergelijk
Comparen (comparar) ? vergelijk
Compartir ? (samen) delen
Compartir piso ? samenwonen
een woning delen
Competir ? concurreren
het tegen elkaar opnemen
Completar ? invullen
Complete (completar) ? vul aan
Completo/-a ? volledig
Componer (g) ? componeren
samenstellen
Comprar ? kopen
Compre (comprar) ? koop
Comprender ? begrijpen
Compruebe (comprobar) ? controleer
Com?n ? gemeenschappelijk
Comunicar ? communiceren
Comunicativo/-a ? spraakzaam
open
Con gusto ? graag
met plezier
Con la ayuda de ? met behulp van
Con la familia ? met de familie
Con la mmano en el coraz?n ? met de hand op het hart
Con mucho gusto ? heel graag
Con prisa ? haastig
Concentrarse (en) ? zich concentreren (op)
Conduc?r una moto ? motor rijden
Conocer ? kennen
Conocer ? (leren)kennen
Conocido/-a ? bekend
Conseguir (i) ? lukken
erin slagen om
Conservar ? bewaren
in stand houden
Conservar ? behouden
in stand houden
Construido/-a ? gebouwd
Consumir ? gebruiken
consumeren
Contar (ue) ? vertellen
Contest (contestar) ? beantwoord
Contestar ? antwoorden (op)
Contestar ? antwoorden
Contigo ? met jou
Continuar ? voortzetten
Contra ? tegen
Contruir ? bouwen
Conviene (convenir) ? het is raadzaam
Correcto/-a ? correct
juist
Corregir (i) ? verbeteren
Correos ? het postkantoor
Correos ? postkantoor
Correr ? hardlopen
Corresponder a ? horen bij
overeenkomen met
Correspondiente ? bijbehorend
Cortar ? snijden
Corto/-a ? kort
Cosas nuevas ? nieuwe dingen
Cosmopolita ? kosmopoliet
Costar ? kosten
Costar (ue) ? kosten
moeite kosten
Costarricense
costarrique?o/-a ? costa ricaans
Cotidiano/-a ? dagelijks
Crear ? maken
cre?ren
Creativo/-a ? creatief
Creer ? geloven
denken
Cremallera ? rits
Cristianizar ? kerstenen
Cristiano/-a ? christelijk
Crist?bal col?n ? christoffel columbus
Critico-/a ? kritisch
Cruzar ? oversteken
Cualquier/a ? welk dan ook
Cuando ? als
wanneer
Cuando ? toen
wanneer
als
Cu?nto quiere ? hoeveel wilt u
Cuarto/-a ? vierde
Cubano/-a ? cubaans
Cuenten (contar) ? vertel
Cuidado con? ? pas op met?
Cuidar ? verzorgen
Cultivar ? verbouwen
Cumplea?os feliz ? gefeliciteerd met je verjaardag
Cu?ado / cu?ada ? zwager / schoonzus
Curarse ? beter worden
genezen
Curiosamente ? gek genoeg
Curioso/-a ? nieuwsgierig
Dan?s/-esa ? deens
Dar (yo doy) ? geven
Dar (yo doy) una vuelta ? een rondje lopen
Dar a la calle ? aan de straatkant liggen
Dar clases de piano ? pianoles geven
Dar la espalda ? de rug toekeren
Dar un paseo ? een wandeling maken
Darse un beso ? elkaar een kus geven
De ? van
De actialidad ? acttueel
De acuerdo ? akkoord
afgesproken
De apellido ? met als achternaam
De cada dia ? van alle dag
De car?cter ? van karakter
De d?a ? overdag
De estilo vintage ? vintage
De la izquierda ? van links
De manga larga ? met lange mouwen
De mano en mano ? van hand tot hand
De nada ? graag gedaan
niets te danken
De noche ? s nachts
De norte a sur ? van noord naar zuid
De nuevo ? opnieuw
De origen ?rabe ? van arabische oorsprong
De otras lenguas ? uit andere talen
De primero ? als voorgerecht
De segundo ? als hoofdgerecht
De siglos ? eeuwenoud
De todo ? van alles
De todo el mundo ? uit de hele wereld
De vacaciones ? de vakantie
De?.a ? van .. tot
Debajo de ? onder
Decida (decidir) ? beslis
Decidan (decidir) ? beslis
besluit
bepaal
Decidir ? beslissen
Decir (yo digo
i) ? zeggen
Declarar ? uitroepen
Definitivo/-a ? definitief
uiteindelijk
Dejar de + inf ? stoppen met
Dejar mi pais ? mijn land verlaten
Del grupo ? van de groep
Delante (de) ? (er) voor
Delgado/-a ? slank
Delicioso ? heerlijk
Demasiado/-a ? te veel
Deme (dar) ? geven
Demostrar (ue) ? bewijzen
Desayunar ? ontbijten
Descansar ? uitrusten
Desconectar ? er helemaal uit zijn
ontkoppelen
Desconocido/-a ? onbekend
Describa (describir) ? beschrijf
Describir ? beschrijven
Descubrir ? ontdekken
Desde ? van(uit)
Desde ? sinds
vanaf
Desde hace ? sinds
al
Desear ? wensen
Desordenado/-a ? slordig
rommelig
Despacio ? langzaam
Despedirse ? afscheid nemen
Despertar (ie) ? wakker maken
Despu?s ? daarna
Despu?s de desayunar ? na het ontbijt
Despu?s del trabajo ? na het werk
Detr?s (de) ? (er) achter
Devolver (ue) ? teruggeven
retourneren
Diariamente ? dagelijks
elke dag
Dibujar ? tekenen
Diciembre ? december
Diferente ? verschillend
Diferente ? anders
Dificil ? moeilijk
D?game (decir) ? zegt u het maar
Digital ? digitaal
Din?mico/-a ? dynamisch
Directo/-a ? rechtstreeks
Disciplinado/-a ? gedisciplineerd
Disculparse ? zich verontschuldigen
Disculpe (disculpar) ? neemt u mij niet kwalijk
Disfrazarse ? zich verkleden
Disfrutar de ? genieten van
Distinto/-a ? verschillend
aders
Divertido/-a ? grappig
leuk
Dividir ? verdelen
Doble ? dubbel
Doler (ue) ? pijn doen
Dominicano/-a ? dominicaans
D?nde ? waar
Dormir (ue) ? slapen
Dormir (ue) la siesta ? een middagdutje doen
Dos d?as m?s ? nog twee dagen
Dos euros con diez ? twee euro 10
Dos veces al mes ? twee keer per maand
Ducharse ? zich douchen
Dulce ? zoet
Durante ? tijdens
gedurende
Durante el camino ? tijdens de wandeling
Durante el d?a ? gedurende de dag
Durante mucho tiempo ? gedurende lange tijd
Durar ? duren
E (voor i-
hi-) ? en met jou?
Echar una mano ? een handje helpen
Economico/-a ? voordelig
goedkoop
Economico/-a ? economisch
Ecuatoriano/-a ? ecuadoraans
El (pret?rito) perfecto ? de verleden tijd
El (vino) tinto de la casa ? de rode wijn van het huis
El / la bailarin/-ina ? de danser / de danseres
El / la compositor / -a ? de componiste
El / la director / a de cine ? de filmregisseur
El / la esposo/-a ? de echtgenoot / de echtgenote
El / la sobrino/-a ? de neef / de nicht (kind van broer / zus)
El 18 de enero ? 18 januari
op 18 januari
El 80% (ochenta por ciento) ? tachtig procent
El abrazo ? de omhelzing
El abrigo ? de jas
de beschutting
El abrigo
la cazadora ? winterjas
El abuelo ? de grootvader
de opa
El accidente ? het ongeluk
El aceite ? de olie
El aceite de oliva ? olijfolie
El acento ? het accent
El actor / la actriz ? de acteur / de actrice
El adjetivo ? het bijvoegelijk naamwoord
El adverbio ? het bijwoord
El aeropuerto ? het vliegveld
El aeropuerto ? luchthaven
vliegveld
El agua ? het water
El agua ? water
El agua medicinal ? het geneeskrachtige water
El agua mineral ? het mineraalwater
El agua mineral ? mineraalwater
El aguacate
la palta(la) ? avocado
El aimara ? het aymara (inheemse taal bolivia
peru
El aire acondicionado ? de airconditioning
El aire acondicionado ? airconditioning
El ajo ? knoflook
El albanico ? de waaier
El albergue ? de herberg
El albergue ? herberg
El alc?zar ? koninklijk paleis van sevilla
El alcohol ? de alcohol
El alcohol ? alcohol
El alem?n ? het duits
El alfabeto ? het alfabet
El algod?n ? het katoen
El alimento ? het levensmiddel
El almuerzo ? het middageten
El alojamiento ? de accommodatie
El alquiler ? de huur
El alquiler de bicicletas ? de fietsverhuur
El ama de casa ? de huisvrouw
El amazonas ? de amazonerivier
El ambiente ? de sfeer
de stemming
El amor ? de liefde
El animal ? het dier
El a?o ? het jaar
El anorak ? het windjack
de anorak
El anuncio ? de advertentie
El aparcamiento ? de parkeerplaats
El aparcamiento ? parkeerplaats
El apellido ? de achternaam
El aperativo ? het aperitief
El ap?stel santiago ? de apostel sint-jacob
El aprendizaje ? het leren
El ?rbol geneal?gico ? de stamboom
El armario ? kast
El armarion ? de kast
El arroz ? de rijst
El arroz ? rijst
El arroz de cubana ? cubaans rijstgerecht
El arte ? de kunst
El articlo determinado ? het bepaald lidwoord
El ascensor ? de lift
El ascensor ? lift
El aspecto ? het uiterlijk
El aspecto ? het aspect
El atasco ? de file
El at?n ? de tonijn
El at?n ? tonijn
El audio ? de luistertekst
El autob?s ? de bus
El ave ? de vogel
El avi?n ? het vliegtuig
El ayuntamiento ? gemeentehuis
El azucar ? de suiker
El az?car ? suiker
El baile ? de dans
El balc?n ? het balkon
El balc?n ? balkon
El ballet ? het ballet
El balneario ? het kuuroord
El ba?ador ? het badpak
de zwembroek
El ba?ador
el traje de ba?o ? badpak
El ba?ador
el traje de ba?o ? zwembroek
El banco ? de bank
El ba?o ? de badkamer
El ba?o ? de badkamer (met bad)
El ba?o ? badkamer
El ba?o de temazcal ? laag huis gemaakt van leen en stro
El ba?o de vapor ? het stoombad
El bar ? de bar
het caf?
El bar ? kroeg
caf?
El barco ? de boot
het schip
El barrio ? wijk
El beb? ? de baby
El bel?n ? de kerststal
El beso ? de kus
El bien ? het goed
El bikini ? de bikini
El bikini ? bikini
El billete ? het ticket
El billetje de ida y vuelta ? het retourtje
El bingo de palabras ? de woordenbingo
El bocadillo ? het belegde broodje
El bol?grafo ? de balpen
El bolso ? de tas
de zak
El bolso
la cartera ? handtasje
El bomb?n ? de bonbon
El bosque ? het bos
El bot?n ? knop
El brazo ? arm
El buceo ? het duiken
El bus turistico ? de toeristenbus
El cacao ? de cacao
El cacao ? cacao
El caf? ? de koffie
El caf? ? koffie
El caf? irland?s ? irish coffee
El caim?n ? de kaaiman
El cajero autom?tico ? de geldautomaat
El cajero autom?tico ? geldautomaat
El calamar
la sepia ? inktvis
El calcetin
la media (la) ? sok
El calor ? de warmte
El calzoncillo ? onderbroek (mannen)
El cambio ? de vergadering
El cam? de conducir ? het rijbewijs
El camello ? de kameel
El camino ? de weg
de route
El camino de santiago ? het jacobspad
El camino del norte ? route langs de noord-kust
El camino franc?s ? pelgrimsroute via frankrijk
El camino inca ? incaroute in peru
El cami?n ? de vrachtwagen (verhuiswagen)
El campeonato ? de kampioenschap
El capitolio ? het capitool
El caramelo ? het snoepje
El caramelo ? snoepje
toffee
El caribe ? de carabean
El carnaval ? het carnaval
El carril bara bicicletas ? fietspad
El cart?n ? het karton
El caso ? het geval
El castellano ? het castillaans
spaans
El casto antiguo
el centro hist?rico ? oud centrum
El catal?n ? het catalaans
El cat?logo ? de catalogus
El cava ? de cava (bruiswijn)
El celular (la) ? de mobiele telefoon
El centro ? het centrum
El centro ? centrum
El centro comercial ? het winkelcentrum
El centro comercial ? winkelcentrum
El centro cultural ? het culturele centrum
El centro de salud ? het gezondheidscentrum
El centro hist?rico ? het oude centrum
El cerdo ? varken
El cerdo/-a ? het varken
El chaleco ? vest
El champig?on ? de champignon
El champ? ? de shampoo
El ch?ndal ? joggingpak
El cheque regalo ? de cadeaubon
El chile ? de chilipeper
El chile ? chilipeper
El chino ? de chinees
El chiste ? de grap
El chocolate ? de chocolade
El chocolate ? chocolade
El chocolate con leche ? de melkchocolade
El chorizo ? paprikaworst
El cielo ? de hemel
El cine ? de film
bioscoop
El cine ? bioscoop
El cintur?n
el cinto (la) ? riem
El clima ? het klimaat
El clip ? de paperclip
El coche ? de auto
El c?ctel ? de cocktail
El colectivo ? bus in argentini?
El colegio ? de basisschool
El colibri ? de kolibrie
El colirio ? oogdruppels
El collar ? halsketting
El color ? de kleur
El comedor ? de eetkamer
El comedor ? eetkamer
El comentario ? het commentaar
de opmerking
El c?mic ? de strip
El comparativo ? de vergelijkende trap
El compimido ? de tablet
El concierto ? het concert
El concierto al aire libre ? openluchtconcert
El concurso ? de wedstrijd
El conejo ? konijn
El congresco ? het congres
El conjunto ? het complex
El consejo ? de raad
het advies
El contacto ? het contact
El continente ? het continent
werelddeel
El coraz?n ? het hart
El cordero ? lamsvlees
El coro ? het koor
El correo electr?nico ? het emailadres
El cr?ter ? de krater
El cr?dito ? het krediet
El cristal ? het glass (materiaal)
El cruas?n ? croissant
El crucero ? de cruise
El cuaderno ? het schrift
El cuadro ? het schilderij
El cuardo ? de tabel
El cubo de basura ? afvalbak
El cuero ? het leer
El cuerpo ? het lichaam
El cuestinario ? de vragenlijst
El cumpa?era's de trabajo ? mijn collega's
El curso intensivo ? de intensieve cursus
El dedo ? de vinger
El delfin ? de dolfijn
El deporte ? de sport
El desayuno continental ? het continentale ontbijt
El desayuno-buffet ? het ontbijtbuffet
El descuento ? de korting
El desfile ? de optocht
El desierto ? de woestijn
El desorden ? het rommeltje
de wanorde
El destino ? de bestemming
El dia reyes ? het driekoningenfeest
El dialecto ? het dialect
El di?logo ? de dialoog
El diario ? het dagblad
El diario de viaje ? het reisdagboek
El dibujo ? de tekening
El diccionario/-a ? het woordenboek
El diente ? de tand
El dinero ? het geld
El director de cine ? de filmregisseur
El doble ? het dubbele
El dolor de cabeza ? de hoofdpijn
El dolor muscular ? de spierpijn
El domingo ? zondag
El dormitorio ? de slaapkamer
El dormitorio ? slaapkamer
El due?o ? de eigenaar
El dulce ? de zoetigheid
El ecuador ? de evenaar
El edificio ? het gebouw
El edificio ? gebouw
El elemento ? het element
El embutido ? vleeswaren
El entrada ? de toegang
El equipaje ? de bagage
El error ? de fout
El escritorio ? het bureau
El escritorio ? bureau
El espacio ? de ruimte
El espa?ol ? het spaans
El esp?rrago ? de asperge
El esp?rrago ? asperge
El espect?culo ? het schouwspel
het spektakel
El espejo ? de spiegel
El espinaca ? spinazie
El estaci?n ? station
El estadio ? stadion
El estanco ? de sigarenwinkel
El estanco
el kiosko (la) ? sigarenwinkel
El este ? het oosten
El estilo arquitect?nico ? de architectuurstijl
El est?mago ? de maag
El estr?s ? de stress
El estudio de mercado ? het marktonderzoek
El euro ? de euro
El examen ? het examen
El extracto ? hier: het fragment
El extranjero ? het buitenland
El extremo ? het uiteinde
El falso amigo ? de valse vriend
El festejo ? het feest
de festiviteit
El filete ? el filete
El fin de semana ? het weekend
El fiordo ? het fjord
El flamenco ? de flamenco (spaanse dans)
El flan ? de flan
de caramelpudding
El formulario ? het formulier
El franc?s ? het frans
El frasco ? het potje
het flesje
El frijol ? de boon
El frijol
la judia
la alubia ? boon
El fr?o ? de kou
El fuego ? het vuur
El f?tbol ? het voetbal
El futuro pr?ximo ? ir + a + infinitief
El gallego ? het galicisch
El gallo pinto ? traditioneel ontbijt in midden amerika
El garaje ? de garage
El garaje ? garage
El garbanzo ? kikkererwt
El gas ? het gas (hier: koolzuur)
El gato ? de kat
El gaucho ? de gaucho (argentijnse cowboy)
El gazpacho andaluz ? koude tomatensoep met oa paprika
knoflook
El gerundio ? de gerundio
El gimnasio ? de fitnesruimte
El gimnasio ? gymnastiekzaal
El gimnasio ? sportschool
El glaciar ? de gletsjer
El golf ? het golven
El gorro
la gorra ? muts
El g?tico ? de gotiek
El grado ? de graad
El gramo ? de gram
El griego ? het grieks
El grupo ? de groep
El grupo de rock ? de rockgroep
El guacamole ? de guacamole (avocadosaus)
El guante ? de handschoen
El guante ? handschoen
El guion ? het koppelteken
El guion bajo ? de underscore
El gusto ? de smaak
El h?bito de compra ? de koopgewoonte
El hambre ? de honger
El helado ? het ijsje
El hemisf?rico ? planetarium en bioscoop in valencia
El hemisferio ? het halfrond
El hermano / la hermana ? de broer / de zus
El hielo ? het ijs (bevroren water)
El hijo / la hija ? de zoon /de dochter
El hipocondr?aco ? de hypochonder
El hobby ? de hobby
El hombre ? de man
El hombre del jersey ? de man met de trui
El horario ? de openingstijden
El horno ? de oven
El hospital ? het ziekenhuis
El hospital ? ziekenhuis
El hotel ? het hotel
El hotel ? hotel
El huevo ? het ei
El huevo ? ei
El idioma ? de taal
El imperfecto ? de imperfecto
El imperio inca ? het incarijk
El indefenido ? spaanse verleden tijd
El infinitivo ? het hele werkwoord
El ingl?s cl?sico/-a ? het engels
El inicio ? het begin
home (op website)
El instituto ? de school
het instituut
El instituto cervantes ? het cervantes-instituut
El instrumento musical ? het muziekinstrument
El intento ? de poging
El intercambio ? de uitwisseling
ruil
El inter?s ? de interesse
belangstelling
El invierno ? de winter
El jaguar ? de jaguar
El jam?n ? de ham
El jam?n ? ham
El jam?n serrano ? de serranoham
El jarabe ? de hoestdrank
El jardin ? de tuin
El jefe/la jefa ? de leidinggevende
de manager
El jersey ? de trui
El jersey
la chompa (la)
el su?ter (la) ? trui
El juego ? het spel
El jueves ? donderdag
El jugo ? het sap
El kil?metro ? de kilometer
El la actualidad ? tegenwoordig
El lago ? het meer
El lago titicaca ? het titicacameer
El l?piz ? het poltlood
El latin ? het latijn
El lavaplatos ? de vaatwasser
El lavaplatos
el lavajillas ? afwasmachine
El libro ? het boek
El lim?n ? citroen
El l?mon ? citroen
El litro ? de liter
El llavero ? de sleutelhanger
El lugar de nacimiento ? de geboorteplaats
El lugar de residencia ? de woonplaats
El lugar de trabajo ? de werkplek
El lujo ? de luxe
El lunes ? maandag
El ma?z ? de mais
El maiz
el choclo (la) ? mais
El mal ? het kwaad
El mal de las alturas ? de hoogteziekte
El malec?n ? boulevard in havanna
El mango ? de mango
El manual ? het tekstboek
El mapa ? de landkaart
El mapa asociativo ? het woordenveld
El mar ? de zee
El marcador ? de markeerstift
El marido ? de echtgenoot
El marinero ? de zeeman
El martes ? dinsdag
El masaje ? de massage
El mate ? de mat? (thee op basis mat?plant)
El m?ximo de adjetivos ? zoveel mogelijke bijvoeglijke nwrdn
El medicamento ? het medicijn
El medio de transporte ? het vervoermiddel
El mejor caf? ? de beste koffie
El melocot?n
el duranzo (la) ? perzik
El mel?n ? een meloen
El mensaje ? het bericht
El men? ? de menukaart
El men? ? het menu
El mercadillo ? de rommelmarkt
El mercado ? de markt
El mercado ? markt
El mercurio ? mercurius (romeinse bode van de goden)
El mes ? de maand
El mes menos atractivo ? de minst aantrekkelijke maand
El metal ? het metaal
El metro ? de metro
El metro ? de meter
El metro cuadrado ? de vierkante meter
El microondas ? de magnetron
El microondas ? magnetron
El miembro ? het lid
El mi?rcoles ? woensdag
El millon ? miljoen
El minibar ? de minibar
El minuto ? de minuut
El modelo ? het model
het voorbeeld
El mono ? de aap
El mont?n ? de stapel
de hoop
El monumento ? het monument
El monumento ? monument
El mosquito ? de mug
El motivo ? de reden
El m?vil ? de mobiele telefoon
El mueble ? het meubel
El mundial ? het wereldkampioenschap
El mundo de espa?ol ? de spaanssprekende wereld
El mundo de trabajo ? de wereld van het werk
El muro ? de muur
El museo ? het museum
El museo ? museum
El n?huati ? taal van de azteken
El negocio ? de handel
de zaak
El neoclasicismo ? het neoclassicisme
El nombre ? de (voornaam)
El noreste ? het noordoosten
El norte ? het noorden
El n?mero de m?vil ? het mobiele nummer
El objeto ? het voorwerp
El objeto indirecto ? het meewerkend voorwerp
El observatorio ? de sterrenwacht
El oc?ano pacifico ? de stille oceaan
El oeste ? het westen
El ojo ? het oog
El optimismo ? het optimisme
El orden ? de volgorde
El orden ? de orden
El ordenador ? de computer
El orgullo ? de trots
El origen ? de oorsprong
El oro ? het goud
El oto?o ? de herfst
El pacifico ? de stille oceaan
El padre ? de vader
El pais ? het land
El pa?s lider ? het toonaangevende land
El pais m?s peque?o ? het kleinste land
El pa?s vasco ? baskenland (in de nek van spanje)
El paisaje ? het landschap
El palacio ? het paleis
El palacio ? paleis
El palacio de congresos ? het congrescentrum
El pan ? het brood
El pan ? brood
El pa?uelo ? zakdoek
El pap? ? de papa
de vader
El papel ? het papier
El papel higi?nico ? het toiletpapier
El paquete ? het pakje
El par ? het paar
El paraguas ? paraplu
El para?so ? het paradijs
El parque ? park
El parque nacional ? het nationale park
El parque natural ? een beschermd natuurgebied
El p?rrafo ? de alinea
El partido (de tenis) ? de (tennis)wedstijd
El pasado ? het verleden
El paseo ? de wandeling
El pasillo ? de gang
El pasillo ? gang
El pastel ? gebak(je)
El pato ? eend
El pavo ? kalkoen
El pecho ? de borst
El pedido ? de bestelling
El peligro ? het gevaar
El pendiente
el aro/el arete (la) ? oorbel
El pepino ? augurk
El perfil ? het profiel
El perro ? de hond
El personaje ? de persoon
de persoonlijkheid
El pescado ? de vis
El pescado ? vis
El pesca?to frito ? de gebakken visjes
El peso ? argentijnse munteenheid
El piano ? de piano
El pie ? de voet
El pijama
el/la piyama (la) ? pyjama
El pimiento ? de paprika
El pimiento
el aji (la) ? paprika
El ping?ino ? de pinguin
El piso ? het appartament
El piso ? de etage
de verdieping
El piso alquilado ? het gemeubileerde appartement
El placer ? het genoegen
het plezier
El plano ? de plattegrond
El plano (de la ciudad) ? de (stads) plattegrond
El pl?stico ? het plastic
El pl?tano ? de banaan
El pl?tano
la banana ? banaan
El plato ? het gerecht
het bord
El plato ? het (eet)bord
El plato ? de gang
het gerecht
het bord
El plural ? meervoud
El poema ? het gedicht
El polen ? het pollen
El pollo ? de kip
El pollo ? kip
El port?til ? de laptop
El portugu?s ? het portugees
El posesivo ? het bezittelijk voornaamwoord
El postre ? het nagerecht
het toetje
El precio ? de prijs
El premio nobel de literatura ? (de winnaar van) de nobelprijs voor de literatuur
El preparativo ? de voorbereiding
El presente ? de tegenwoordige tijd
El primer plato ? het voorgerecht
El primo / la prima ? de neef / de nicht (kind van oom of tante)
El problema ? het probleem
El producto estrella ? het topproduct
El producto l?cteo ? zuivelproduct
El productor/-a ? de producent -e
El programa ? het programma
El programa de cultura ? het culturele programa
El pronombre indefinido ? het onbepaald voornaamwoord
El prop?sito ? het voornemen
El proyecto ? het project
El p?blico ? het publiek
El pueblo ? het dorp
El pueblo ? het volk
El puente ? brug
El puerto ? de haven
El puerto ? haven
El puesto ? de functie
de baan
El puesto ? de kraam
El pulpo ? de octopus
El punto ? de punt
El punto de encuentro ? het trefpunt
El quechua ? het quechua aymara (inheemse taal bolivia
peru
El queso ? de kaas
El queso ? kaas
El quiosco ? de kiosk
El rap ? de rap
El rastro ? de rommelmarkt
El rastro ? de rastro (beroemde markt in madrid)
El rat?n ? de muis
El recorrido ? de route
het traject
El recuerdo ? het souvenir
El refresco ? frisdrank
El regalo ? het cadeau
El reloj ? de klok
horloge
El reloj (de pulsera) ? horloge
El remedio casero ? het huismiddeltje
El reptil ? het reptiel
El resfriado ? de verkoudheid
El restaurante ? het restaurant
El restaurante ? restaurant
El resto ? de rest
El resultado ? het resultaat
El resumen ? de samenvatting
El rio ? de rivier
El rio de la plata ? rivier die langs buenos aires stroomt
El ritmo ? het ritme
El ritual ? het ritueel
El ron ? de rum
El rosa ? roze
El ruido ? het lawaai
de herrie
El s?bado ? zaterdag
El safari ? de safari
El s?hara ? de sahara
El salami ? de salami
El salchich?n
el fuet ? snijworst
El salm?n ? de zalm
El sal?n ? de woonkamer
El sal?n ? de woorkamer
El sal?n comedor ? de woonkamer met eethoek
El saludo ? de begroeting
El sat?lite ? de satelliet
El secreto ? het geheim
El segundo plato ? het hoofdgerecht
El segundo productor ? de tweede producent
El sem?foro ? het verkeerslicht
het stoplicht
El se?or ? de heer
El sentimiento ? het gevoel
El servicio ? voorzieningen
El servicio a domicilo ? de bezorging aan huis
El servicio de limpieza ? de schoonmaakdienst
El sexo ? het geslacht
El siglo ? de eeuw
El siglo xxi ? de 21e eeuw
El significado ? de betekenis
El silencio ? de stilte
El sill?n ? de leunstoel
El sill?n ? fauteuil
El s?mbolo ? het symbool
El singluar ? enkelvoud
El sintoma de enfermedad ? het symptoom
El sistema de transportes ? het vervoersysteem
El sof? ? de bank
El sof? ? bank
El sof? cama ? de slaapbank
El sof? cama ? slaapbank
El sol ? de zon
El sombrero ? de hoed
El sombrero ? hoed
El soroche ? de hoogteziekte (la)
El s?tana ? de kelder
El s?tano ? kelder
El spray ? de spray
El sujetador
sost?n ? bh
El supermercado ? de supermarkt
El supermercado ? supermarkt
El sur ? het zuiden
El tabaco ? de tabak
El tabasco ? tabasco
El taburete ? kruk
El taller ? de werkplaats
het atelier
El taller (mec?nico) ? werkplaats
El tango ? de tango
El taxi ? de taxi
El t? ? de thee
El t? ? thee
El teatro ? het theater
El teatro ? theater
El techo ? plafond
El tel?fono ? het telefoonnummer
El televisor ? de televisie
El tema ? het onderwerp
El templo ? de tempel
El tenedor ? de vork
El tenis ? tennis
El term?metro ? de thermometer
El territorio ? het gebied
El terror ? de angst
El tesero ? de schat
El texto ? de tekst
El texto publicitario ? de reclametekst
El ticket de compra ? de kassabon
El tiempo ? de tijd
El tiempo ? het weer
El tiempo libre ? de vrije tijd
El tiempo pasa volando ? de tijd vliegt
El t?o / la t?a ? de oom / de tante
El tipo ? de soort
El t?tulo ? de kop
de titel
El tomate ? de tomaat
El tomate ? tomaat
El tour ? de excursie
El trabajo ? het werk
El trabelenguas ? de tongbreker
El traje ? pak (kostuum)
El traje de chaqueta ? kostuum
El transmilenio ? bussysteem in bogota
El transporte ? het vervoer
El tratamiento ? de behandeling
El tren ? de trein
El truco ? de truc
ezelsbruggetje
El tumbet ? groentegerecht uit mallorca
El turismo ? het toerisme
El turismo ecol?gico ? het ecotoerisme
El turno ? de beurt
El uno/primero de abril ? een april
El uso ? het gebuik
de functie
El vale ? de tegoedbon
El valle ? het dal
de vallei
El vasco ? het baskisch
El vaso ? het glas (water)
El verano ? de zomer
El verbo ? het werkwoord
El verbo reflexivo ? het wederkerend werkwoord
El vestido ? de jurk
El vestido ? jurk
El viaje al espa?ol ? de reis naar het spaans
El viaje organizado ? de georganiseerde reis
El video ? de video
El viento ? de wind
El viernes ? vrijdag
El vinagre ? de azijn
El vinagre ? azijn
El vino ? de wijn
El vino blanco ? de witte wijn
El vino blanco ? witte wijn
El vino tinto ? de rode wijn
El vino tinto ? rode wijn
El vocabulario ? de woordenschat
El volc?n ? de vulkaan
El vuelo ? de vlucht
El wifi ? de wifi
El yodo ? het jodium
El yoga ? yoga
El yogur ? yoghurt
El zapato ? schoen
El zumo ? het sap
El zumo de naranja ? sinaasappelsap
El zumo
el jugo (la) ? sap
?l/ella ? hij/zij
El/la adulto/-a ? de volwassene
El/la aficionado/-a ? de liefhebber/-ster
El/la alem?n/ana ? de duitser
de duitse
El/la alumno/-a ? de leerling
El/la amante ? de liefhebber/-ster
El/la amigo/-a ? de vriend/de vriendin
El/la anfitri?n/-ona ? de gastheer / de gastvrouw
El/la argentino/-a ? de argentijn(se)
El/la arquitecto ? de architect
El/la artista ? de kunstenaar
de kunstenares
El/la asistente ? de assistent/e
El/la autor/-a ? de schrijver
de auteur
El/la boliviano/-a ? de boliviaan/-se
El/la bombero ? de brandweerman
El/la bot?nico/-a ? de botanicus
plantkundige
El/la camarero/-a ? ober/serveerster
El/la cantante ? de zanger(es)
El/la cazador/a de ofertas ? de koopjesjager
El/la chico/-a ? de jongen/het meisje
El/la chileno/-a ? de chileen(se)
El/la chocolatero/-a ? de chocoladefabriek
El/la ciudadano/-a ? de burger
El/la cocinero/-a ? de kok
El/la colombiano/-a ? de colombiaan (se)
El/la compa?ero ? de medecursist
El/la compa?ero/-a de clase ? de medecursist
El/la comprador/a ? de koper
El/la coordinador ? de co?rdinator
El/la cubano/-a ? de cubaan(se)
El/la dentista ? de tandarts
El/la director/-a ? de directeur/directrice
El/la doctor/a ? de arts
de dokter
El/la economista ? de econoom
El/la ecuatoriano/-a ? de ecuadoreaan (se)
El/la empleado ? de werknemer/werkneemster
El/la enfermo ? de verpleegkundige
El/la entrenador ? de trainer/-ster
El/la entrevistado/-a ? geinterviewd
El/la escritor/-a ? de schrijver/ster
El/la escultor/a ? de beeldhouwer
El/la espa?ol/-a ? de spanjaard/de spaanse
El/la estudiante ? de studente
El/la estudiante ? de student(e)
El/la europeo/-a ? de europeaan(se)
El/la expero/-a ? de deskundige
El/la extranjero/-a ? de buitenlander/-se
El/la fontanero/-a ? de loodgieter
El/la fotografo/-a ? de fotograaf
fotografe
El/la futbolista ? de voetballer
El/la gaditano/-a ? de inwoner/-ster van c?diz
El/la guia ? de gids
El/la habitante ? de inwoner
El/la hablante ? de spreker/-ster
El/la hispanohablante ? de spaanssprekende
El/la hotelero/-a ? de hoteleigenaar
El/la inca ? de inca
El/la indigena ? de oorspronkelijke inwoner
inheems
El/la inform?tico/-a ? de it-er
El/la ingeniero/-a ? de ingenieur
El/la innovador/-a ? de vernieuwer
El/la internet ? het internet
El/la invitado/-a ? de gast
El/la m?s grande ? het grootste
El/la mec?nico/-a ? de monteur
El/la m?dico/-a ? de arts
El/la mexicano/-a ? de mexicaan(se)
El/la mismo/-a ? dezelfde
hetzelfde
El/la m?sico/-a ? de musicus
El/la ni?o ? de jongen
het kind
El/la organizador/-a ? de organisator
El/la paciente ? de pati"nt
El/la participante ? de deelnemer-/ster
El/la peluquere/-a ? kapper
El/la peregrino/-a ? de pelgrim
El/la peruano/-a ? de peruaan(se)
El/la pianista ? pianist -e
El/la pintor/-a ? de schilder / de schilderes
El/la pirata ? de piraat
El/la poeta ? de dichter (es)
El/la policia ? politieagent
El/la porte?o/-a ? de inwoner/-ster van buenos aires
El/la profe(sora) ? de docent/de docente
El/la profesor/-a ? de leraar
El/la profesor/-a de espa?ol ? de docent(e) spaans
El/la programador/-a ? de programmeur
El/la receptionista ? de receptioniste
El/la representante ? de vertegenwoordiger/-ster
El/la secretario/-a ? de secretaris
El/la taxista ? de taxichauffeur
El/la turista ? de toerist(e)
El/la turista urbano/-a ? de liefhebber van steden
El/la valenciano/-a ? inwoner/-ster van valencia
El/la vecino/-a ? de buurman/de buurvrouw
El/la vegetariano/-a ? de vegetari?r
El/la veterinario ? de dierenarts
El/la viajero/-a ? de reiziger
de reizigster
El/la visitante ? de bezoeker
El?ctrico ? elektrisch
Elegante ? chic
elegant
Elija (elegir) ? kies uit
Elijan (elegir) ? kies .. uit
Ellos/ellas ? zij
ze (meervoud)
Emocionado/-a ? opgewonden
Empezar ? beginnen
Empezar (ie) a + inf ? beginnen met
En cada paso ? in elk van deze gevallen
En cadena ? kettingoefening
En camino ? onderweg
En casa ? thuis
En casa de ? in het huis van
En compa?ia ? in gezelschap
En direcci?n a ? richting
En efectivo ? contant
En el campo ? op het platte land
En el desayuno ? bij het ontbijt
En el mediterr?neo ? aan de middenlandse zee
En el siglo xiii ? in de dertiende eeuw
En ella ? er in (in het bedrijf)
En esa ?poca ? in die tijd
En g?nero ? het woordgeslacht
En grupos de tres ? in groepen van drie
En honor a ? ter ere van
En la playa ? op het strand
En la puntita ? in het uiterste puntje
En las afueras ? in de buitenwijken
En los a?os 80 ? in de jaren 80
En los a?os noventa ? in de jaren negentig
En negrita ? vetgedrukt
En parejas ? in tweetallen
En realidad ? in werkelijkheid
En sello ? de postzegel
En silencio ? in stilte
En su tinta ? in eigen inkt
En tenerife ? op tenerife
En total ? in totaal
En un hotel ? in een hotel
En voz alta ? hardop
En/la colega ? de collega
Encantado/-a ? aangenaam kennis te maken
Encantar ? dol zijn op
heel erg bevallen
Encima de ? boven op
Encontrar ? vinden
ervaren als
Encontrar (ue) ? vinden
Encontrarse ? elkaar ontmoeten (afpraken)
Encontrarse (ue) ? zich bevinden
Enero ? januari
Enfrente (de) ? tegenover
Enorme ? enorm
reusachtig
Ensayar ? repeteren
Enseguida ? het komt eraan
Ense?ar ? onderwijzen
leren
Entender ? begrijpen
Entonces ? dan
Entrar ? binnenkomen
Entrar en ? hier: zijn weg vinden in
Entrar en contacto ? in contact komen
Entre elias ? waaronder
Entre ellos ? met elkaar
Entre la una y las dos ? tussen een en twee uur
Entre los siguientes ? uit de lijst hieronder
Entre todos ? met zijn allen
Entregar ? geven
overhandigen
Entrenarse ? trainen
Entrevistar ? interviewen
Eran (ser) ? ze waren
Es decir ? dat wil zeggen
Es disfraz ? de vermomming
het masker
Es el? ? dat is?
Es importante ? het is belangrijk
Es la una y media ? het is half twee
Es necesario ? het is nodig
Es que... ? namelijk
Es una maravilla ? het is een wonder
het is prachtig
Es verdad ? het is waar
het klopt
Es vista obligatori ? is een must voor alle toeristen
Escriban (escribir) ? schrijf
Escribe (escribir) ? schrijf
Escribimos (escribir) ? wij schrijven
Escribir ? schrijven
Escribir a mano ? met de hand schrijven
Escuchar ? luisteren (naar)
Escuchar la radio ? naar de radio luisteren
Ese/-a ? die
dat (aanwijzend voornaamwoord)
Ese/-a ? die dat
Eslovaco/-a ? slowaaks
Esloveno/-a ? sloveens
Eso ? dat (daar)
Eso es todo ? dat is alles
Espa?a ? spanje
Espa?ol/-a ? spaans
Especial ? bijzonder
speciaal
Especialmente ? vooral
in het bijzonder
Espectacular ? spectaculair
Esperar ? (ver)wachten
hopen
Espont?neo/-a ? spontaan
Esquiar ? ski?n
Est? bien ? het is in orde
Est? casado/-a (estar) ? hij/zij is getrouwd
Esta es mi hija ? dit is mijn dochter
Esta ma?ana ? vanochtend
Est? nublado ? het is bewolkt
Esta ruta ? deze route
Esta semana ? deze week
Est? tomando fotos ? hij/zij is foto's aan het nemen
Estadounidense ? amerikaans
uit de vs
Estadounidense ? amerikaans (uit vs)
Estamos esperando ? wij zijn aan het wachten
Est?n (estar) ? hier: ze liggen
Estar (yo estoy) ? zich bevinden
Estar + gerundio ? aan het?.zijn
Estar abierto ? geopend zijn
Estar cansado/-a ? moe zijn
Estar contento/-a ? tevreden zijn (over)
Estar de moda ? in de mode zijn
Estar de oferta ? in de aanbieding zijn
Estar dispuesto/-a (a) ? bereid zijn (om)
Estar divorciado/-a ? gescheiden zijn
Estar en forma ? in vorm zijn
Estar enfermo/-a ? ziek zijn
Estar fatal ? zich belabberd voelen
Estar furioso/-a ? woedend zijn
Estar loco/-a ? gek zijn
Estar mal ? zich slecht voelen
Estar orgulloso/-a (de) ? trots zijn (op)
Estar refresiado/-a ? verkouden zijn
Estar situado/-a ? gelegen zijn in
zich bevinden
Estar sucio/-a ? vies zijn
Estas palabras ? deze woorden
Este a?o ? dit jaar
Este folleto ? deze folder
Este/-a ? deze
dit (aanwijzend voornaamwoord)
Est?tico/-a ? estetisch
Esto ? dit (hier)
Estos nombres ? deze namen
Estoy (estar) jubilado/-a ? ik ben met pensioen
Estoy haciendo una pausa ? ik ben pauze aan het houden
Estrecho/-a ? smal
Estrella ? de ster
Estudiar ? studeren
leren
Estudiar ? studeren
Estudi? ? (hij) studeerde
Estudio (estudiar) ? ik leer
ik studeer
Eterno/-a ? eeuwig
Europeo/-a ? europees
Evitar ? vermijden
Exactemente ? precies
Exacto ? precies
Excelente ? uitstekend
Exclusivo/-a ? exclusief
Exigente ? veeleisend
Existir ? bestaan
Ex?tica/-a ? exotisch
Explicar ? uitleggen
Exponer (g) ? uitstallen
tentoonstellen
Exportar ? exporteren
Expresar ? uitdrukken
Exquisito/-a ? verrukklijk
Exterior ? aan de buitenkant
Extranjero/-a ? buitenlands
Extra?o/-a ? vreemd
Extraordinario/-a ? bijzonder
buitengewoon
Fabuloso/-a ? fantastisch
F?cil ? gemakkelijk
Falso/-a ? onwaar
onjuist
Faltar ? ontbreken
Famoso/-a ? beroemd
Fant?stico ? fantastisch
Fascinante ? fascinerend
Fascinar ? fascineren
Fatal ? rampzalig
beroerd
Febrero ? februari
Feliz ? gelukkig
blij
Femenino ? vrouwelijk
Feo/-a ? lelijk
Festivo/-a ? feestelijk
feest-
Fijerse (fijarse en ? let op
Finalmente ? ten slotte
tot slot
Financiero/-a ? financieel
Finland?s/-esa ? fins
Finlandia ? finland
Formal ? formeel
Formar ? uitmaken
vormen
Formar parte de el patrimonio cultural de la humanidad ? deel uitmaken van het werelderfgoed
Formular ? formuleren
bedenken
Formule (formular) ? stel op
formuleer
Formulen (formular) ? bedenk
formuleer
Fr?gil ? breekbaar
Franc?s/-esa ? frans
Franc?s-esa ? frans
Frecuente ? veelvoorkomend
Frequemente ? vaak
Fresco/-a ? vers
Frida kahlo calder?n ? spaanse schilderes
Frio ? koud
Frito ? gefrituurd
Fuera (de) ? buiten
Fumar ? roken
Funcionar ? werk
functioneren
Fundar ? oprichten
Gabriel garcia m?rquez ? colombiaanse schrijver
Galicia ? galici? (deelstaat nood-spanje)
Ganador ? winnend
Gastar ? uitgeven
Gemelos ? tweeling
Generalmente ? over het algemeen
Genial ? geweldig
Geogr?fico/-a ? geografisch
Girar ? afslaan
draaien
Gordito/-a ? mollig
Gordo/-a ? dik
Gracias a? ? dankzij
Grande ? groot
hoog
Gratuito/-a ? gratis
Grave ? ernstig
Griego/-a ? grieks
Gris ? grijs
Guapo/-a ? mooi
Guardar ? bewaren
opslaan
Guatemalteco/-a ? uit guatemala
Guatemalteco/-a ? guatemalteeks
Gustar ? leuk vinden
bevallen
Ha sido un error (ser) ? er is een fout gemaakt
Habe?s comprando ? jullie hebben gekocht
Hablador/a ? spraakzaam
Hablar ? spreken
praten
Hablar en p?blico ? in het openbaar spreken
Hablar por tel?fono ? telefoneren
bellen
Hablen (hablar) ? praat
spreek
Hace 5 grados ? het is 5 graden
Hace buen tiempo ? het is goed weer
Hace calor ? het is warm
Hace fr?o ? het is koud
Hace mal tiempo ? het is slecht weer
Hace poco tiempo (mucho) ? kort geleden
onlangs (lang geleden)
Hace sol ? de zon schijnt
Hace un mes ? een maand geleden
Hace viento ? het waait
Hacer ? doen
maken
Hacer (yo hago) ? maken
doen
Hacer camping ? kamperen
Hacer ejercicio ? aan lichaamsbeweging doen
Hacer la compra ? boodschappen doen
Hacer la maleta ? de koffer pakken
Hacer la reserva ? reserveren
Hacer manualidades ? handwerken
knutselen
Hacer preguntas ? vragen stellen
Hacer senderismo ? wandelen
trekken
Hacer surf ? surfen
Hacer windsurf ? windsurfen
Haga (hacer) ? maak
Haga preguntas (hacer) ? stel vragen
Hasta ahora ? tot nu toe
Hasta encontralo ? tot hij/zij het vindt
Hasta la proxima ? tot de volgende keer
Hay (haber) ? er is
er zijn
Hay niebla ? het is mistig
Hay que + inf ? je moet
men moet
He hecho (hacer) ? ik heb gedaan
ik heb gemaakt
He ido (ir) ? ik ben gegaan
He visto (ver) ? ik heb gezien
He vivido (vivir) ? ik heb beleefd
ik heb geleefd
Hemos ? wij zijn gegaan
Hermanastro / hermanastra ? stiefbroer / stiefzus
Hermano / hermana ? broer / zus
Hermanos ? broers en zussen
Hermoso/-a ? mooi
Hijastro / hijastra ? stiefzoon / stiefdochter
Hijo / hija ? kind
Hijo / hija / hijos ? zoon / dochter / zonen
Hijo/-a adoptivo/-a ? adoptiekind
Hijos ? kinderen
Hispanohablante ? spaanstalig
Hist?rico/-a ? historisch
Holand?s/-esa ? nederlands
Hondure?o/-a ? honduraans
Hoy ? vandaag
vandaag de dag
Hoy en d?a ? tegenwoordig
van de dag
Hoy no tengo ? vandaag heb ik geen
H?ngaro/-a ? hongaars
Ideal ? ideaal
Iglesia ? de kerk
Igual que ? net als
Igual que ? hetzelfde
Igualmente ? insgelijk
van hetzelfde
Imaginar ? zich voorstellen
zich inbeelden
Imaginarse ? zich voorstellen
zich indenken
Impaciente ? ongeduldig
Importantisimo-/a ? zeer belangrijk
Impresionante ? indrukwekkend
Impresionar ? indruk maken
Impulsivo/-a ? impulsief
Incluido/-a ? inbegrepen
Incluso ? zelfs
Inc?modo/-a ? ongemakkelijk
oncomfortabel
Incorrecto/-a ? onjuist
Indentificar ? identificeren
herkennen
Indicar ? aanwijzen
Indigena ? inheems
Informarse ? informatie inwinnen
Ingl?s/-esa ? engels
Inolvidable ? onvergetelijk
Inscribirse ? zich inschrijven
Inseguro/-a ? onzeker
Inspirarse ? zich laten inspireren
Insteresar ? interesseren
Intenso/-a ? intensief
bruisen
Intentar (+ inf) ? proberen
Intercambiar ? uitwisselen
Intercambien (intercambiar) ? wissel?uit
Intercultural ? intercultureel
Interior ? aan de achterkant
Internacional ? internationaal
Interrumpir ? onderbreken
In?til ? nutteloos
Invitar ? uitnodigen
Ir ? gaan
Ir de bares ? iets gaan drinken
Ir de camping ? kamperen
Ir de compras ? winkelen
Ir de compras ? gaan winkelen
Ir de viaje ? op reis gaan
Irland?s/-esa ? iers
Irregular ? onregelmatig
Irse ? weggaan
Italia ? itali?
Italiano/-a ? italiaans
Izquierdo/-a ? linker
Japon?s/-esa ? japans
Joven ? jong
Judio/-a ? joods
Jugar (eu) ? spelen
Jugar a las cartas ? kaarten
Jugar al ajedrez ? schaken
Jugar al f?tbol ? voetballen
Julio ? juli
Junio ? juni
Junto a ? aan
naast
Juntos/-as ? samen
La ab?ndiga ? het gehaktballetje
La abuela ? de grootmoeder
de oma
La academia de idiomas ? het taleninstituut
La acci?n ? de handeling
La aceituna ? de olijf
La actividad ? de bezigheid
de activiteit
La acupuntura ? de acupunctuur
La agencia de viajes ? het reisbureau
La agenda ? de agenda
La alegr?a ? de vreugde
de vrolijkheid
La alergia (a) ? allergie (voor)
La alimentaci?n ? de voeding
La almendra ? de amandel
La altura ? de hoogte
La an?cdota ? de anekdote
La animaci?n ? de animatie
La antropolog?a ? de antroplogie
La arroba ? het apenstaartje
La asociaci?n ? de associatie
de verbinding
La asociaci?n ? de vereniging
La atracci?n ? de bezienswaardigheid
La avenida ? de laan
boulevard
La ayuda ? de hulp
La balanza ? de weegschaal
La ballena ? de walvis
La ba?era ? de badkuip
La ba?era ? badkuip
La barbacoa ? de barbecue
La barra de pan ? het stokbrood
La barra de pan ? stokbrood
La barriga ? de buik
La base ? de basis
grondstof
La bebida ? het drankje
La bebida ? drank
drankje
La belleza ? de schoonheid
La biblioteca ? de bibliotheek
La biblioteca ? bibliotheek
La bicicleta ? de fiets
La biografia ? de biografie
La blusa ? de blouse
La blusa ? blouse
La boca ? havenwijk van buenos aires
La boca ? de mond
La bolsa ? de tas
La bomba de vitaminas ? vitaminebom
La bota ? de laars
hier:bergschoen
La bota ? laars
La botella ? de fles
La bufanda ? sjaal
La b?squeda ? zoeken (op website)
La cabalgata ? de rit
de intocht
La cabeza ? het hoofd
La cadena ? de ketting
La cafetar?a ? caf?
La cafeter?a ? het koffiehuis
de lunchroom
La caja ? de doos
La calefacci?n ? de verwarming
La calidad ? de kwaliteit
La call ? straat
La calle ? de straat
La cama ? het bed
La cama ? bed
La c?mera de fotos ? de fotocamera
La camisa ? het overhemd
La camisa ? overhemd
La camiseta ? het t-shirt
La camiseta
la playera (la) ? t-shirt
La canc?on ? het lied
La candelaria ? het historisch centrum van bogota
La canela ? de kaneel
La capital ? de hoofdstad
La cara ? gezicht
hier:kop (of munt)
La cara ? het gezicht
La caracteristica ? de eigenschap
La carne ? het vlees
La carne ? vlees
La carnicer?a ? de slagerij
La carnicer?a ? slagerij
La carpeta ? de map
La carrera (la) ? de straat
de laan
La carretera ? de (auto)weg
La carta ? de brief
La carta ? de (speel)kaart
La casa ? het huis
La casa colonial ? het huis in koloniaalse stijl
La casilla ? het vakje
La catedral ? de kathedraal
La catedral ? kathedraal
La cebolla ? de ui
La cebolla ? ui
La celebraci?n ? de viering
La cena ? het avondeten
La cer?mica ? de keramiek
La cereza ? kers
La cerveza ? bier
La cerveza sin alcohol ? het alcoholvrije bier
La cesta ? de mand
La chaqueta ? de jas
het jasje
La chaqueta impermeable ? regenjas
La chaqueta
el saco (la) ? jas
La chirgota ? de grap
de gekkigheid
La chocolater?a ? de chocoladewinkel
La chuleta ? de kotelet
La ciencia ficci?n ? de science fiction
La cifra ? het getal
La ciruela ? pruim
La ciudad ? de stad
La civilizaci?n ? de beschaving
de cultuur
La clase ? de klas
La clase ? de les
La clienta ? de klant
La cocina ? de keuken
La cocina ? hier: het fornuis
La cocina ? fornuis
La cocina ? keuken
La colaboraci?n ? de medewerking
La colecci?n ? de verzameling
La coliflor ? bloemkool
La colonia ? de kolonie
La columna ? de kolom
La combinaci?n ? de combinatie
La comida ? het eten
La c?moda ? ladekast
La compa?ia ? het gezelschap
La comparaci?n ? de vergelijking
La competic?on ? de wedstrijd
de competitie
La comunicaci?n ? de communicatie
La comunidad ? de gemeenschap
La comunidad valenciana ? de autonme regio valencia
La confianza ? het vertrouwen
La confiteria ? de banketbakkerij
La confiteria ? banketbakkerij
La confusion ? de nachtmerrie
La consulta ? de huisartsenpraktijk
La conversaci?n ? het gesprek
La copa ? het (wijn)glas
La corbata ? de stropdas
La corbata ? stropdas
La coreografia ? de choreografie
La cortesia ? de beleefdheid
La cosa ? het ding
de zaak
La costa ? de kust
La costa este ? de oostkust
La costa mediterr?nea ? de middelandse zeekust
La costumbre ? de gewoonte
La creatividad ? de creativiteit
La creencia ? het geloof
de religieuze overtuiging
La crema ? de cr?me
La crema catalana ? catalaanse cr?me br?lee
La crema solar ? de zonnebrandc?me
La cruz ? kruis
hier: munt
La cuchara ? de lepel
La cuenta ? de rekening
La cuidad de panam? ? panama-stad
La cultura ? de cultuur
La cultura se escribe con may?scula ? cultuur wordt met een hoofdletter geschreven
La cumbia ? colombiaanse muziekstijl
La cura ? de behandeling
de kuur
La danza ? de dans
La decoraci?n ? de inrichting
de aankleding
La definici?n ? de omschrijving
La despedida ? het afscheid
La desventaja ? het nadeel
La diablada ? dans die strijd tussen goed en kwaad uitbeeld
La diarrea ? de diarree
La di?resis ? het trema
La diferencia ? het verschil
La dificultad ? de moeilijkheid
het probleem
La digitalizaci?n ? de digitalisering
La direcci?n ? de richting
La disciplina ? het studievak
de discipline
La discoteca ? de discotheek
La discoteca ? discotheek
La disponibilidad ? de beschikbaarheid
La diversidad ? biodiversiteit
La ducha ? de douche
La ducha ? douche
La duraci?n ? de duur
La edad ? de leeftijd
La empresa ? het bedrijf
de onderneming
La empresa de mundanzas ? het verhuisbedrijf
La empresa familiar ? het familiebedrijf
La encuesta ? de enqu?te
La enfermedad ? de ziekte
La ensalada ? de salade
La ensalada mixta ? de gemengde salade
La ensaladilla rusa ? de huzarensalade
La enstanter?a ? de boekenkast
stellingkast
La entrada ? het toegangskaartje
La entrada ? ingang
La entrevista ? het interview
La ?poca ? de periode
de tijd
La ?poca ? het tijdperk
La ?poca colonial ? de koloniale tijd
La escuela ? de school
La escuela ? school
La escuela de idiomas ? de talenschool
La escultura ? het beeldhouwwerk
La espalda ? de rug
La especia ? kruid
La especialidad ? de specialiteit
La especie ? de soort
La esquina ? de hoek
La estaci?n ? het station
La estaci?n del a?o ? het jaargetijde
La estanteria ? plankenkast
La estrella ? de ster
La estufa
el horno ? oven
La etapa ? de etappe
het traject
La excursi?n ? de excursie
de dagtocht
La expansi?n ? de groei
hier: de verspreiding
La expendedora de billetes ? kaartautomaat
La explosi?n ? de explosie
La exportaci?n ? de export
La exposici?n ? de tentoonstelling
La expresi?n ? de uitdrukking
La expresi?n de cantidad ? de hoeveelheidsaanduiding
La f?brica ? de fabriek
La f?brica ? fabriek
La falda ? de rok
La falda
la pollera (la) ? rok
La falla ? beeldengroep van hout en karton
La fama ? de naam
de reputatie
de roem
La farmacia ? de apotheek
La farmacia ? apotheek
La fecha ? de datum
La ficha ? het kaartje
het formuliertje
La ficha ? het fiche
de pion
La fiebre ? de koorts
La fiesta ? het feest
La fiesta de cumplea?os ? het verjaardagsfeest
La figura ? de figuur
La fila ? de rij
La finca agrotur?stica ? de vakantieboerderij
La flor ? de bloem
La forma ? de vorm
La f?rmula ? de formule
La foto ? de foto
La fotograf?a ? de fotografie
La frase ? de zin
La frecuencia ? de frequentie
La fresa
la frutilla (la) ? aardbei
La fruta ? de vrucht
het fruit
La fruta ? fruit
La fruta del tiempo ? het seizoensfruit
het verse fruit
La fruter?a ? de fruitwinkel
La fruter?a ? fruitwinkel
La fuente ? de bron
La funci?n ? de functie
La fundaci?n ? de stichting
La fusi?n ? het samengaan
de versmelting
La galaria de arte ? de kunstgalerie
La galer?a ? galerie
La galleta ? koekje
La gamba ? diepzeegarnaal
La gamba ? garnaal
La garant?a ? de garantie
La garganta ? de keel
La gasa ? het gaas
La gasolinera ? benzinestation
La generaci?n ? de generatie
La gente del lugar ? de plaatselijke bevolking
La gente iba (ir) ? de mensen gingen
La geografia ? de aardrijkskunde
La gimnasia verbal ? de werkwoordgymnastiek
La giralda ? klokkentoren van de kathedraal
La goma de borrar ? de gum
La gota ? de druppel
La gram?tica ? de grammatica
La guagua (la) ? de bus
La gu?a ? de reisgids
La gu?a del ocio ? de vrijetijdsgids
La guitarra ? de gitaar
La guitarra flemenca ? de flamencogitaar
La habana ? havana (hoofdstad cuba)
La habitac?on ? de kamer
La habitaci?n de los ni?os
el dormitorio infantil ? kinderkamer
La habitaci?n doble ? de tweepersoonskamer
La habitaci?n
el cuarto
la pieza ? kamer
La habitac?n individual ? de eenpersoonskamer
La hacienda ? het grote boerenbedrijf
La haya ? den haag
La helader?a ? ijssalon
La hip?tesis ? de hypothese
La historia ? de geschiedenis
La hoja de papel ? het vel papier
La hora ? het tijdstip
het uur
La hora ? het uur
La hospitalidad ? de gastvrijheid
La humanidad ? de mensheid
La ida ? de heenreis
La idea ? het idee
La identidad de sus compa?eros ? de identiteit
La iglesia ? kerk
La iguana ? de leguaan
La ilusi?n ? de verwachting
de hoop
La importancia ? het belang
La industria del cine ? de filmindustrie
La infancia ? de kindertijd
La influencia ? de invloed
La informaci?n ? de informatie
La informaci?n personal ? de persoonlijke informatie
La informatica ? de informatica
La infusi?n de hierbas ? de kruidenthee
La infusi?n
el t? de hierbas (la) ? kruidenthee
La insolaci?n ? de zonnesteek
La invitaci?n ? de uitnodoging
La isla ? het eiland
La isla de pascua ? paaseiland
La jirafa ? de giraf
La lamento ? het spijt me zeer
La l?mpara ? de lamp
La l?mpara ? lamp
La lana ? de wol
La langosta ? kreeft
La lata ? het blikje
La latitud ? de breedtegraad
La lavadora ? de wasmachine
La lecci?n ? de les
La leche ? de melk
La leche ? melk
La lechuga ? de sla
La lechuga ? sla
La lengua ? de taal
La lengua materna ? de moedertaal
La letra ? de letter
La libreria ? boekhandel
La librer?a ? de boekhandel
La linea ? de lijn
La lista ? de lijst
La llave ? de sleutel
La llave usb ? de usb-stick
La longitud ? de lengte
La longitud occidental ? de westerlengte
La lucha ? de strijd
La lupa ? de loep
La luz ? het licht
La madera ? het hout
La madre ? de moeder
La magia ? de magie
de betovering
La ma?ana ? de ochtend
morgen
La mandarina ? de manderijn
La manga ? de mouw
La mano ? de hand
La mantequilla ? de boter
La mantequilla
la manteca (la) ? boter
La manzana ? de appel
La manzana ? appel
La marca ? het merk
La m?scara ? het masker
La 'mascleta' ? ritmisch afgestoken knalvuurwerk
La mayonesa ? de mayonaise
La mayoria ? de meerderheid
hier: de meesten
La may?scula ? de hoofdletter
La mecedonia de frutas ? de fruitsalade
La medalla ? de medaille
La media ? kous
La medianoche ? middernacht
La medicina ? geneeskunde (studie)
La melod?a ? de melodie
La mentira ? de leugen
La merluza ? de heek (vissoort)
La mermalada ? jam
La mermelada ? de jam
La mesa de noche ? nachtkastje
La metr?polis ? de metropool
de wereldstad
La mezcla ? de vermenging
de mix
La mezquita ? de moskee
La mezquita ? moskee
La miel ? honing
La miel ? de honing
La m?mica ? de mimiek
het gebarenspel
La mina ? de mijn
La min?scula ? de kleine letter
La mitad ? de helft
La mochila ? de rugzak
La moda ? de mode
La molesto ? de overlast
La moneda ? het muntstuk
La moneda ? het betaalmiddel
de munt
La monta?a ? de berg
La mudanza ? de verhuizing
La mujer ? de vrouw
La m?sica ? de muziek
La m?sica rock ? de rock muziek
La nacionallidad ? de nationaliteit
La naranja ? de sinaasappel
La naranja ? sinaasappel
La nariz ? de neus
La nataci?n ? het zwemmen
La naturaleza ? de natuur
La navidad ? kerstmis
La nevera ? de koelkast
La nevera
el frigor?fico ? koelkast
La niebla ? de mist
La ni?a ? het meisje
La nochevieja ? de oudejaarsavond
La nota adhesiva ? de post-it
La noticia ? het bericht
het nieuwtje
La obra ? het (kunst)werk
La oficina ? het kantoor
La oficina ? kantoor
La oficina de correos ? het postkantoor
La oficina de turismo ? bureau voor toeristeninformatie
La oficina de turismo ? toeristeninformatie
La ola ? de golf
La opci?n ? de keuze
de optie
La ?pera ? de opera
La ?pera ? opera
La opini?n ? de mening
La oreja ? het oor
La organizaci?n ? de organisatie
La orquidea ? de orchidee
La paciencia ? het geduld
La paella ? de paella (spaans rijstgerecht)
La p?gina ? de pagina
La p?gina web ? de website
La palabra ? het woord
La panaderia ? de bakkerij
La panaderia ? bakkerij
La panamericana ? de pan-amerikaanse route
La panomima ? het pantonime
het mimespel
La papelera ? prullenbak
La papeleria ? de kantoorboekhandel
La parada ? halte
La parada ? de halte
La parada de taxis ? de taxistandplaats
La pareja ? het stel
het koppel
La parfumer?a ? parfumerie
La parte ? het deel
La parte del cuerpo ? het lichaamsdeel
La pas?on ? de passie
La pasta ? de pasta
La pasta ? pasta
La pastilla ? het tablet
La patagonia ? patagoni?
La patata ? de aardappel
La patata
la papa (la) ? aardappel
La pausa ? de pauze
La paz ? de vrede
hier: de rust
La pel?cula de terror ? de horrofilm
La peninsula ? het schiereiland
La pensi?n ? het pension
La pera ? peer
La peregrinaci?n ? de pelgimstocht
La perfecci?n ? de volmaaktheid
La perfumer?a ? de parfumerie
La per?frasis verbal ? de werkwoordelijke uitdrukking
La perla ? de parel
La persona ? de persoon
La pesadilla ? de verwarring
La picadura ? de beet
de steek
La piedra ? de steen
La piel ? de huid
La pierna ? het been
La pimienta ? de peper
La pimienta ? peper
La pi?a
la anan?s (la) ? ananas
La pintura ? het schilderij
La piscina ? het zwembad
La piscina
la pileta (la) ? zwembad
La pista de tenis ? de tennisbaan
La pizarra ? het (school)bord
La planta ? de etage
de verdieping
La planta ? de plant
La planta baja ? de begane grond
La planta baja ? begane grond
La planta
el piso ? etage
verdieping
La playa ? het strand
La plaza ? het plein
La plaza ? plein
La poblaci?n ? de bevolking
La pol?tica ? de politiek
La posada ? de herberg
hier: mexicaas adventfeest
La posibilidad ? de mogelijkheid
La postal ? de ansichtkaart
La preferencia ? de voorkeur
La pregunta ? de vraag
La prenda de vestir ? het kledingstuk
La preparaci?n ? de voorbereiding
La preparaci?n ? de bereiding
La preposici?n ? het voorzetsel
La primavera ? het voorjaar
de lente
La primavera ? de lente
La prinsesa ? de prinses
La prioridad ? de prioriteit
La producti?n ? de productie
La productividad ? de productiviteit
La profesi?n ? het beroep
La pronunciaci?n ? de uitspraak
La propiedad ? de eigenschap
La propuesta ? het voorstel
La provincia ? de provincie
La pr?xima semana ? volgende week
La publicidad ? de reclame
La puerta ? de deur
La puerta ? deur
La quemadura ? de brandwond
La quemadura ? het verbranden
La raz?n ? de reden
La reacci?n ? de reactie
La recepti?n ? de receptie
La receta ? het recept
La reclamaci?n ? de klacht
La recomendaci?n ? de aanbeveling
La reflexoterapia ? reflexotherapie
La regi?n ? de regio
La relac?on con usted ? de relatie met u
La religi?n ? de godsdienst
La reserva biol?gico/-a ? natuurre

Terug